Explore
Also Available in:

De taal van gesteente

… bestaat zoiets?


Vertaling: A.J.W. Boonstra

7194sedimentary-deposit
ref. 2

Wel eens gehoord dat gesteente kan spreken? Kunt u ook ‘verstaan’ wat het gesteente ons te vertellen heeft?

Laten we eens kijken…

Kijk een ogenblik naar de sedimentaire afzettingen in figuur 1. Deze afzetting is circa 1 meter en 50 centimeter dik.

Het onderste gedeelte van de afzetting, gemarkeerd met de letter D, is donker, massief en zonder duidelijke structuur. De volgende sectie, gemarkeerd met de letter C, laat verschillende horizontale lagen zien, sommige licht en andere donker van kleur. Daarboven, sectie B, bestaat voor het grootste deel uit zand, waarbij het lijkt alsof er golven (duinvorming) te onderscheiden zijn. Het geheel wordt afgetopt met een donkere laag, gemarkeerd met de letter A.

Geologen interpreteren leefmilieus uit het verleden aan de hand van dergelijke afzettingen in gesteente. Het idee is dat het gesteente ons vertelt wat er in het verleden is gebeurd. Het zijn echter de mensen die praten, gesteente kan niet spreken.

Laten we eens trachten deze sedimenten, zoals weergegeven in figuur 1, te interpreteren. Dit is de conclusie die we zouden kunnen trekken:

‘De onderste sedimenten zijn afgezet in ondiepe slikwadden langs een oude kustlijn. Wormen en andere organismen verstoorden, terwijl ze zochten naar voedsel op de wadden, het sediment en lieten de sedimenten zonder duidelijke structuur achter.

‘Terwijl er zich meer sediment verzamelde in het gebied, verplaatste de kustlijn zich geleidelijk richting de zee, en de wadden werden bedekt met zand (strand). De vlakke strata (afzettingen) werden afgezet in een zone langs het strand. Dit gebied stond onder invloed van getijdenstromingen. De donkere en lichte strata duiden op perioden van hogere en lagere zeeniveaus. Een periode van snelle ‘komst’ en snelle terugtrekking van de zee.

7194environment

‘Meer sedimenten verzamelden zich voor de kustlijn, een continu opbouwend proces in de richting van de zee. Uiteindelijk werd het gebied bedekt door kleine zandige ‘duinen’ boven op het strand. Net boven de zandafzetting vinden we takjes en bladeren, vermoedelijk een overblijfsel van vegetatie uit een ondiep moeras.’

Figuur 2 geeft een duidelijke doorsnede van het gebied.

Geologen interpreteren geologische processen uit het verleden routinematig aan de hand van gesteentelagen, zoals weergegeven op bovenstaande wijze. Dat is hun werk. Dit is wat geologen zeggen over de periode die zij noemen: het Carboon (door geologen in de geologische tabel geplaatst op circa 300 miljoen jaar geleden):

‘Langs de zeekusten zijn grote hoeveelheden ‘afval’ (afgezette sedimenten) van geërodeerde bergketens vervoerd door rivieren om zo delta’s en deltamoerassen te vormen.’1

Dergelijke interpretaties zijn vaak in de media, brochures voor toeristen en in schoolboeken te lezen. De beschrijvingen zijn levendig en wekken bijna de indruk dat de geologen erbij waren toen dit proces zich voordeed.

Hoe moeten we bovenstaande interpretaties van figuur 1 waarderen?

Helaas is de interpretatie volledig verkeerd, ook al lijkt het (geologisch) plausibel en overtuigend.

In dit geval weten wij hoe de sedimenten in figuur 1 zijn gevormd. Mensen hebben het zien gebeuren. Deze afzetting is ‘neergelegd’ in een buurt in New Orleans op 29 augustus 2005, als een gevolg van de orkaan Katrina.2

7194London-ave-canal

De orkaan produceerde een storm die zo heftig was dat deze een gat sloeg in de oeverwal van de ‘London Avenue Canal’. Hierdoor veroorzaakte het een overstroming waarbij sedimenten werden afgezet, zoals weergegeven in figuur 3. Figuur 1 is gefotografeerd bij het huis dat aangegeven is met nummer 2 in figuur 3, terwijl (reddings) werkers zich een weg baanden.

De oeverwal werd doorbroken tussen 7.00 en 8.00 uur in de morgen, en de stroom water was zo krachtig dat het één huis ‘optilde’ van haar fundamenten en 35 meter verderop smeet, ondersteboven, in een boom (rode huis in figuur 3). Reparaties begonnen twee dagen later.

De anderhalve meter sediment is snel afgezet, terwijl het water in deze omgeving voor een overstroming zorgde. In tegenstelling tot een weergave – die veel geologen vandaag de dag geven – van verschillende perioden en leefmilieus gedurende een lange periode, laten de sedimenten een snelle vorming en overstromingscondities zien.

De onderste sectie toont de eerste sedimenten die het gebied werden ‘binnengebracht’ door de eerste turbulente stroom water. De platte lagen daarboven werden afgezet door een aanhoudende stroom van snelstromend water, terwijl het waterniveau bleef stijgen. De volgende sectie (B) is afgezet terwijl het water langzamer begon te stromen. Organisch materiaal bedekte de bovenlaag.

De gehele afzetting is zeer snel afgezet gedurende een catastrofe van één dag.

Clare Bond van de universiteit van Glasgow, en andere onderzoekers binnen het Verenigd Koninkrijk, hebben onderzoek verricht naar de vooroordelen binnen de geologische interpretatie. Door tweehonderd professionele geologen te ondervragen bracht Bond aan het licht dat eerdere ervaringen de uitkomst en interpretatie van geologisch bewijs beïnvloedden.3 We moeten weten dat we grote risico’s nemen als we belangrijke beslissingen nemen op grond van interpretaties van geologische data.

Het is duidelijk dat de wijze waarop geologen naar gesteente kijken afhangt van hetgeen geologen denken dat er in het verleden is gebeurd. Degene die start met verkeerde aannames over het verleden, zal ook de verkeerde conclusies trekken, zelfs als deze plausibel, gedetailleerd en consistent lijken.

Het grote risico is uitsluiting van catastrofale gebeurtenissen.

Dat is het geval binnen de moderne geologie. Het grootste deel van de geologen hebben geaccepteerd dat een catastrofe, zoals de wereldwijde zondvloed, niet heeft plaatsgevonden.4 Vandaar dat geologen gesteenten interpreteren aan de hand van stabiele leefmilieus en miljoenen jaren.

Deze verklaringen klinken meestal logisch, gedetailleerd en plausibel (alhoewel er altijd gegevens blijven die niet lijken te kloppen, maar hier kijkt men gemakshalve overheen). Wij weten echter dat deze verklaringen meestal onjuist zijn, omdat wij beschikken over het ooggetuigenverslag uit de Bijbel van een wereldwijde zondvloed. Als we rekening houden met de zondvloed, blijkt dat het bewijs en de Bijbel elkaar niet uitsluiten.5

We moeten de wijze waarop gesteenten geïnterpreteerd worden veranderen, te beginnen bij het werkelijke historische verslag uit de Bijbel. Niet alleen verkrijgen we dan een beter en breder geologisch besef, veel belangrijker is dat we dan gaan zien dat de Bijbel betrouwbaar is en de levens van mensen op velerlei manieren kan veranderen.

  1. Hallam, A. Planet Earth: An encyclopedia of geology, Elsevier International, Oxford, UK, pagina 206, 1977. Terug naar de tekst.
  2. Nelson, S.A. & Leclair, S.F. Katrina’s unique splay deposits in a New Orleans neighbourhood, GSA Today 16(9):4–10, spetember 2006. Terug naar de tekst.
  3. Bond, C.E. et al., Human bias in geological interpretation – how much uncertainty does it introduce? AAPG International Conference and Exibition, Technical Programm, 5–8 november 2006, aapg.confex.com/aapg/2006int/techprogram/A107418.htm. Terug naar de tekst.
  4. James Hutton (1726–1797): “de geschiedenis van de wereld is te herleiden door hetgeen we vandaag de dag kunnen waarnemen’. Deze gedachte (en James Hutton zelf) sluit de zondvloed uit. (citaat uit: Holmes, A. Principles of Physical Geology, Nelson, London, pagina 43, 1965.) Terug naar de tekst.
  5. Zie: creation.com/geology. Terug naar de tekst.