Explore
Also Available in:
This article is from
Creation 24(2):16–19, March 2002

Browse our latest digital issue Subscribe
Credit stock.xchngtrain a-comin

De evolutie trein komt ‘r an

(Sorry, verkeerde kant op)

door
vertaald door George Van Apeldoorn

De atmosfeer in de druk bezette collegezaal was was vol van nieuwsgierige verwachting. Het was in de late zeventiger jaren, de onstuimige vroege dagen van de Scheppingsbeweging in Zuid Australië. Het scheppings/evolutie debat waarin ik op het punt stond deel te nemen, voor zo’n 40 wetenschaps leraren en met inbegrip van een prominente academische evolutionist, was de eerste voor de regio.

Terwijl de woorden van geanimeerde conversatie naar mij toe dreven, realiseerde ik me dat mijn toekomstige tegenstander zich slechts een paar meter links van mij bevond. Hij was een hoofddocent (geassocieerd professor in Amerikaanse begrippen) in bevolkings biologie, die een kleine groep van zijn aanhang toesprak; zich duidelijk onbewust van het feit dat zijn creationistische tegenspeler binnen gehoors afstand was.

“Dit is zo frustrerend”, hoorde ik hem zeggen. “Ik voel me als een astronaut die terug is van de maan, en een bolvormige aarde heeft gezien en nu wordt er van hem verwacht om met iemand in debat te gaan die probeert de mensen te vertellen dat die “plat is”. "In mijn werk zien we evolutie aan het werk pal voor onze ogen”

In die tijd, vóór scheppings redenen goed belicht waren, was het begrijpelijk dat hij zo dacht. Biologie leraren konden wellicht verontschuldigd worden om zulke naïeve meningen te laten voortduren. Ze veronderstelden simpelweg dat de gemakkelijk te observeren genetische veranderingen in veel soorten van levende wezens duidelijke demonstraties waren dat evolutie van microbe to mens een feit was. Geef het slechts voldoende tijd en ziedaar, dergelijke ‘micro’ veranderingen zouden zich opstapelen, voortdurend gefilterd en geleid door natuurlijke selectie. Het leek duidelijk en logisch om te verwachten dat deze ‘kleine stapjes’ samengevoegd, zouden leiden tot de ‘macro’ veranderingen--- de echte grote sprongen, kikker tot prins, vis tot filosoof, of zoiets dergelijks. (Zoals we echter later in dit artikel zullen aantonen, is precies het tegenovergestelde het geval)

In dat licht is de verbijsterde frustratie van deze biologie docent gemakkelijk te begrijpen, want hij dacht dat hij iedere keer een klein stukje zag van datgene wat over de tijd een enorm brok verandering zou zijn. Wij moeten begrijpen dat de meeste evolutionisten, zelfs vandaag nog, op deze manier denken. Hetgeen eerlijkheidshalve, de reden is waarom de gebruikelijke antwoorden die Bijbel gelovigen geven op het gebied van biologische veranderingen, ontoereikend zijn.

Een uitdager zou b.v. kunnen zeggen, “Muggen hebben een weerstand tegen DDT ontwikkeld in slechts 40 jaar. Als dat geen evolutie vlak voor onze ogen is, wat is het dan wel?” De meeste christelijke antwoorden concentreren zich op de hoeveelheid verandering. Zij zeggen dan b.v, “Ja, dat is gewoon variatie binnen een soort.” Of ze antwoorden, “Maar de mug is nog steeds een mug, niet dan? Hij is niet in iets anders veranderd.”

Deze beide antwoorden zijn waar. Maar ze zijn ontoereikend en maken zelden indruk op de uitdager, die denkt, “Ja, dat is gewoon een uitvlucht door de Christenen. Evolutie duurt miljoenen jaren en hier hebben we al deze veranderingen in slechts 40 jaar. Dus, geef het een miljoen jaar en stel je eens voor wat voor soort verandering we dan hebben!”

De vergelijking die ik jaren lang heb gebruikt om dit uit te leggen in openbare lezingen, is die van een trein. Stel je voor dat je een trein het station ziet verlaten laten we zeggen, in Miami Florida, in noordelijke richting naar Chicago.1 De lengte van de reis die je kunt zien is maar een paar honderd meter of zo. Maar je kunt redelijkerwijs veronderstellen dat, na verloop van tijd, hij in Chicago zal belanden. Je hebt overtuigend bewijs gezien dat aangeeft dat hij in principe in staat is om de hele reis te maken. Het is niet nodig om te zien dat hij de hele reis maakt. En dit is precies hoe evolutionisten de kleine veranderingen zien die overal om ons heen gebeuren (vaak ‘micro-evolutie’ genoemd. Zie ook onderstaande terzijde.) Als een mug enigszins veranderd is over 40 jaar, is het niet noodzaklijk om hem in een olifant te zien veranderen----hij heeft getoond dat hij in principe in staat is om een dergelijke verstrekkende reis te maken.

Maar waar we op bedacht moeten zijn en waar we ons op moeten richten in onze antwoorden, zo vertel ik toehoorders, is niet de hoeveelheid in verandering, maar het type, of de richting van de verandering. Het is niet alleen maar dat de trein niet ver genoeg gegaan is, maar dat hij de verkeerde kant opgaat. Het soort veranderingen dat vandaag gezien wordt, alhoewel ze binnen het evolutionaire raamwerk teweeggebracht kunnen worden; zijn zoals we zullen zien, exact en aantoonbaar het tegenovergestelde van degenen die evolutionisten echt nodig hebben om enige schijn van geloofwaardigheid aan hun geloofs systeem te geven.

Dus waar je de trein wellicht uit het station in Miami ziet vertrekken, is de realiteit niet dat hij op weg naar Chicago is, maar in de tegenovergestelde richting, naar beneden naar het einde van de lijn (als er een is) de Oceaan in, en dan zal hij nooit in Chicago aankomen. Tijd zal dat probleem niet oplossen sinds het in principe onmogelijk is om Chicago per trein te bereiken als men in tegenovergestelde richting gaat. Dus als we eenmaal aan de mensen kunnen uitduiden dat de ‘evolutionaire trein’ (eigenlijk de trein van biologische veranderingen) naar beneden loopt en niet naar boven, dan wordt het evolutionaire scenario steeds minder waarschijnlijk naarmate er meer tijd is.

Hoewel het zijn bedoeling is om creationisten bespottelijk te maken, presenteert hij , zonder het te weten, een enorme gelegenheid om aan te tonen hoe misplaatst deze algemene redenering is.

Voordat ik uitleg wat ik bedoel met biologische veranderingen die een ‘richting’ opgaan, wil ik toelichten wat dit artikel aanslingerde. Het was een boek recensie2 door de welbekende evolutionaire biologg Dr. Jery Coyne van de universiteit van Chicago die de gelegenheid niet kon weerstaan om naar de creationisten uit te halen.3 Verbazingwekkend is dat Coyne de trein vergelijking zelf gebruikt, hetgeen mijn punt bevestigt hoe evolutionisten de kwestie zien. Hoewel het zijn bedoeling is om creationisten bespottelijk te maken, presenteert hij , zonder het te weten, een enorme gelegenheid om aan te tonen hoe misplaatst deze algemene redenering is.

Het boek waar hij een beoordeling over aan het geven was,4 gebruikt de bekende voorbeelden van snelle door mensen geïntroduceerde biologische veranderingen (antibiotica weerstand in bacteria, weerstand tegen verdelgingsmiddelen in insecten, verandering in het groeipercentage van vissen door overbevissing) om mensen ertoe te brengen om ‘in te stemmen’ met het grotere idee van de miccrobe-naar-mens evolutie.

Coyne betreurt het feit dat de voorbeelden in het boek waarschijnlijk waarschijnlijk niet de meningen van de voorstanders van creationisme zullen veranderen die reeds veranderingen zoals ‘aanpassingen binnen het soort’ hebben geaccepteerd. (‘variatie binnen het soort’ zou juister geweest zijn). Hij zegt dat creationisten beweren dat “zulke kleine veranderingen niet de evolutie van nieuwe groepen plant en diersoorten kunnen verklaren”, en gaat dan verder te zeggen: “Dit argument tart het gezond verstand. Als we [zijn familie in Chicago naar we aannemen] na een Kerst bezoek van oma haar in de trein naar Miami zien vertrekken, dan nemen we aan dat de rest van haar reis een vervolg zal zijn van die eerste vijfhonderd meter” “Daarom” zo zegt Coyne “is een creationist ‘irrationeel’ die niet bereid is om het vervolg van micro- naar macro evolutie te zien.”

Reden vs retoriek

Waarom kan iemand met overtuiging zeggen, met betrekking tot de biologische veanderingen die vandaag observeerbaar zijn (van menselijke oorzaak of andere), dat de trein de verkeerde kant opgaat? Waarom is het dat wanneer evolutionisten ‘Oma’s trein’ argument gebruiken, het omgedraaid kan worden om het tegenovergestelde te illustreren? Omdat de echte kwestie in biologische verandering helemaal gericht is op wat er gebeurt op DNA niveau, hetgeen zich bezig houdt met informatie.5 De informatie die gedragen wordt door DNA, de erfelijkheids molecuul, is als een recept, een serie instructies voor het maken van bepaalde dingen.

Evolutionisten leren dat één-cellige organismes6 (zoals protozoën) aanleiding hebben gegeven to pelicanen, granaatappels, mensen en ponies. In alle gevallen moet het DNA ‘recept’ een enorme netto toevloed van information hebben gehad gedurende de beweerde miljoenen jaren. Een één-cellig organisme heeft niet de instrucuties die nodig zijn om ogen, oren, bloed, huid, hoeven, hersenen enz voor ponies te maken. Vandaar dat protozoën een soort mechanisme nodig hebben dat aanleiding geeft tot nieuwe informatie om ponies te laten ontstaan.

Evolutionisten proclameren natuurlijke selectie alsof het een creatieve godin is, maar de waarheid (die zij zonder uitzondering toegeven als erop aangedrongen wordt) is dat selectie op zichzelf altijd informatie kwijt raakt, nooit het tegenovergestelde7 Om een manier te krijgen waarop informatie wordt toegevoegd, kunnen de ware gelovigen in evolutie uitsluitend en alleen genetische kopiëer fouten of ongelukken naar voren brengen, d.w.z willekeurige mutaties (die dan ‘gefilterd’ kunnen worden door selectie).8 Het probleem is echter dat indien mutaties in staat zouden zijn om de vereiste informatie toe te voegen, we overal om ons heen honderden voorbeelden zouden zien, in aanmerking nemend dat er voortdurend duizenden mutaties plaatsvinden. Maar waar we danook mutuaties bestuderen, blijken ze zonder uitzondering informatie kwijt geraakt te zijn of verzwakt te hebben. Dat is zelfs zo in die uitzonderlijke gevallen waar het veranderings effect een overlevingsvoordeel verstrekt, b.v. het verlies van vleugels voor kevers op winderige eilanden.9

Wat zit er in een woord? Micro vs. Macro.

Veel creationisten zeggen ‘Wij aanvaarden micro evolutie; maar geen macro evolutie.’ Zoals ons hoofdartikel al naar voren brengt, de ‘micro’ veranderingen (dwz geobserveerde genetische veranderingen) zijn toch al niet in staat om in macro veranderingen samen te komen. Wij stellen echter voor dat het verstandiger is om de term ‘micro evolutie’ niet te gebruiken. Voor mensen klinkt het alsof je toegeeft dat er een ‘klein beetje’ evolutie plaatsvindt, d.w.z een klein beetje van hetzelfde proces dat, mits er genoeg tijd is, microben in duizendpoten, magnolias in microbiologen verandert. Je wordt dan als onbeschaafd gezien, of zoals in Dr.Coyne’s averechtse ‘trein’ voorbeeld, als irrationeel om naar hun mening, een wiilekeurig onderscheid te maken tussen ‘micro’ en ‘macro’

Als het gebruik van zulk een potentieel misleidend woord gebruik onvermijdelijk is, gebruik dan de gelegenheid om naar voren te brengen dat de veranderingen die ‘micro-evolutie’ genoemd worden, niet hetzelfde proces kunnen zijn als het veronderstelde ‘van slijm tot mens’ geloof. Het zijn allemaal informatie verliezende processen, die daarom vanaf het begin een opslagplaats van informatie geweest moeten zijn.

Wanneer schepselen veranderen, raken de genetische voorraden in toenemende mate uitgedund. Hoe meer organismes zich aanpassen aan hun omgeving door selectie, hoe gespecialiseerder ze worden, en hoe kleiner het deel wordt dat ze dragen van de originele voorraadkamer voor hun soort. Daarom is er minder informatie ter beschikking waar natuurlijke selectie mee kan werken om in de toekomst de groep te ‘her-muteren’ als de omstandigheden zouden veranderen. Minder flexibele, minder aanpasbare populaties gaan duidelijk dichter naar uitsterving en niet naar ontwikkeling.

We zien dat, net zoals de trein die van Miami vertrok en het zuiden inging, indien we het soort veranderingen die we vandaag zien over de tijd doortrekken, ze tot uitsterving leiden, en niet tot evolutie.

Vergeet niet dat evolutionair geloof leert dat er ooit levende wezens waren, maar geen longen. De longen waren nog niet geëvolueerd, dus er was geen DNA-informatiecodering voor longproductie. Op een of andere manier moest dit programma worden geschreven. Er moest nieuwe informatie ontstaan die voorheen niet bestond, waar dan ook.

Later waren er longen, maar nergens geen veren te vinden in de wereld, dus geen genetische informatie voor veren. Observatie in de echte wereld heeft overweldigend getoond dat mutaties totaal niet in staat zijn om de vereiste nieuwe informatie in het systeem in te voeren.10 In feite verhaasten algemene mutaties de aflopende trend door genetische belasting toe te voegen in de vorm van schadelijke mutaties die we allemaal in de loop van de honderden generaties van ons voorgeslacht hebben opgelopen.11

Met andere woorden, bevolkingen kunnen veranderen en aanpassen omdat ze veel variëteit aan informatie in hun DNA ‘recept’ hebben. Maar, tenzij mutaties nieuwe informatie kunnen invoeren iedere keer als er een variatie/aanpassing is, vermindert de totale informatie. (aangezien selectie de onaangepaste delen uit de populatie verwijdert, verliest die populatie een deel van haar informatie). Dus als er een vaste hoeveelheid informatie is, is er steeds minder ruimte voor toekomstige aanpassing naarmate we meer aanpassingen zien. De trein gaat duidelijk bergafwaarts, bestemd om van de pier van uitsterving te vallen.

De overweldigende ironie is dat, uit alle voorbeelden die door Dr. Coyne worden geprezen als ‘evolutie’, hetzij weerstand tegen antibiotica,12 of veranderingen in de groei van vis, er geen enkele is die zijn ‘trein’ vergelijking steunt, maar slechts het tegenovergestelde. Niet één betreft een informatie toename; allemaal tonen ze het tegenovergestelde, een netto verlies. Als ik dit alles overdenk, voel ik hetzelfde soort frustratie (maar tegenovergesteld) als waar mijn tegenstander zo vele jaren geleden lucht aan gaf, die hij had kunnen omschrijven als: “Waarom zien ze het niet in? Het is toch vanzelfsprekend, nietwaar?”

Wie weet, wellicht komt dit artikel op de een of andere manier in handen van Dr. Coyne. Misschien geeft het hem en andere evoutionistische apologeten de volgende keer reden tot nadenken wanneer ze een van hun omas op een trein zetten.

Referenties

  1. Normaal gepsroken gebruik ik uiteraard Australische steden als voorbeeld, maar deze zullen meer herkenbaar zijn voor de lezers, en ze passen mooi in het commentaar dat de evolutionist Coyne verderop in het artikel maakt. Terug naar de tekst.
  2. Coyne, J., The case of the missing carpaccio, Nature 412(6847):586, 9 August 2001 doi: 10.1038/35088111. Terug naar de tekst.
  3. Dr. Coyne is aangehaald in ons artikel over the peppered moth fraud Creation 21 (3):56, 1999. Hij zei dat het gewaarworden dat ‘het parade paard van de (evoulutionische) stal’ verwijderd moest worden, hem hetzelfde gevoel gaf als toen hij uitvond dat Sinterklaas niet bestond. Terug naar de tekst.
  4. Palumbi, S.R., The Evolution Explosion: How Humans Cause Rapid Evolutionary Change, W.W. Norton, New York, 2001. Terug naar de tekst.
  5. Specifieke complexiteit is een andere manier om te verwijzen naar het soort informatie dat in de geschreven tekst, of DNA wordt gedragen. Zie Thaxton, C.B., Bradley, W.L. and Olsen, R.L., The Mystery of Life’s Origin, chapter 8, Lewis and Stanley, Dallas, Texas, 1984. Terug naar de tekst.
  6. Zelfs de ‘eenvoudigste’ bekende levensvormen hebben massale hoeveelheden informatie, gelijkstaande aan meer dan een half miljoen ‘letters’. Terug naar de tekst.
  7. Wieland, C., Muddy waters, Creation 23(3):26–29, 2001. Terug naar de tekst.
  8. Hybridizatie is eenvoudigweg het mengen van 2 sets reeds bestaande informatie, en chromosoom duplicatie (d.w.z. polyploïdie) en geeft geen nieuwe informatie.Terug naar de tekst.
  9. Wieland, C., Beetle bloopers, Creation 19(3):30, 1997. Terug naar de tekst.
  10. Spetner, L.M., Not by chance!, The Judaica Press Inc., New York, 1997. Terug naar de tekst.
  11. Veel van de mutaties zijn alleen maar schadelijk als je dezelfde van beide ouders erft. Dat is de reden waarom heden ten dage gemengde huwelijken tussen dichtbijstaande familieleden biologische afwijkingen kunnen veroorzaken in hun nageslacht, aangezien er een grotere kans is om dezelfde fout te erven van beide ouders dan wanneer we trouwen met iemand die verder verwijderd is, (iedereen is verwant) en die een ander soort fouten heeft. Maar hoe verder we teruggaan in de geschiedenis, hoe minder tijd er is geweest om dergelijke fouten te verzamelen en daarmee wijzend naar een tijd waar nauw verwante huwelijken deze problemen niet zouden hebben veroorzaakt. Batten, D. Ed., The Creation Answers Book, Brisbane, Australia, ‘Cain’s wife—who was she?’, chapter 8, 1999. Terug naar de tekst.
  12. Wieland, C., Superbugs—not super after all, Creation 20(1):10–13, 1997. Terug naar de tekst.