Explore
Also Available in:

De kiwi

wikipedia.orgkiwi
Figuur 1. The Southern Brown Kiwi, Tokoeka, or Common kiwi, Apteryx australis.


vertaler: Weet magazine

Kiwi’s hebben geen veren om mee te vliegen. Ook missen ze andere eigenschappen die kenmerkend zijn voor vogels. Ze gaan vooral af op hun geur- en tastzin in plaats van op hun gezichtsvermogen. Daardoor lijken ze meer op nachtactieve zoogdieren dan op andere nachtvogels. Het lijkt erop dat de kiwi als een apart ‘vogeltype’ is geschapen, speciaal ontworpen voor het leven op de grond.

De kiwi – het onofficiële symbool voor Nieuw-Zeeland – is met zijn nachtleven en de vele afwijkende vogelkenmerken een buitenbeentje. Hij wordt dan ook weleens een ‘buitengewoon zoogdier’ genoemd.1,2


Ontbreken vlucht eigenschappen

Om te kunnen vliegen hebben vogels namelijk het volgende nodig vleugels, speciaal gevormde veren, een staart om mee te sturen, lichte botten, een sterk ontwikkeld borstbeen, dat de krachten kan weerstaan die de vliegspieren erop overbrengen. Bij de kiwi, die ongeveer zo groot is als een kip, ontbreken al die eigenschappen (figuren 1 en 2).

De vleugels, die vaak ‘rudimentair’3 worden genoemd, zijn piepklein (2 tot 3 centimeter lang). Het ontbreken van zichtbare vleugels (ze zitten verscholen onder de veren) heeft ervoor gezorgd dat wetenschappers de naam Apteryx aan het geslacht van de kiwi’s hebben gegeven. Dat betekent ‘vleugelloos’.4

Bij kiwiveren missen de baardjes en haakjes die bij de meeste vogels de mooie veervlaggen mogelijk maken. Die veervlaggen dragen ertoe bij dat de vogel zijn aerodynamische vorm krijgt, die voor vliegen (en duiken) nodig is.5 Bij de kiwi hangen de veren los van het lijf af. De veren zijn pluiziger en lijken erg op haar. De Maori’s, de eerste bewoners van Nieuw-Zeeland, verwerkten de veren zelfs in hun kostbare mantels.6 Hun bruin gevlekte kleur geeft de kiwi’s goede camouflage op bosbodems, tussen varenstruweel en in gebieden met hoge graspollen.7

Opmerkelijk is ook dat kiwi’s geen stuitklier hebben,2,8 die bij andere vogels een vettige substantie afscheidt waarmee ze hun verenpak waterdicht en op orde kunnen houden.9

De meeste vogels hebben een grote kam op het borstbeen. Daaraan vast zitten de sterke borstspieren die voor het vliegen nodig zijn. Zo’n borstbeen is een van de grootste botten in het vogelskelet en varieert qua vorm, afhankelijk van de levenswijze van de soort (bijvoorbeeld de manier van voedsel vergaren).10 De kiwi, struisvogel, nandoe, emoe en kasuaris worden gerekend tot de loopvogels (Ratites). Bij hen ontbreekt zo’n kam op het borstbeen.11 Geen van hen kan vliegen.12 Ook bij niet-vliegende soorten uit andere vogelgroepen zie je gereduceerde borstbeenkammen en vliegspieren, zoals bij de Galápagos-aalscholver10,13 en bepaalde soorten rallen. (Soms wordt verondersteld dat ze eerst het vliegvermogen ontwikkelden en dat later weer kwijtraakten, terwijl voor andere soorten wordt gedacht dat ze nooit hebben kunnen vliegen.14) The undeveloped flight muscles of the kiwi contribute to its unusual pear-shaped body.

Gewoonlijk hebben vogels holle botten en maar weinig spieren bij hun poten. Zo blijft hun gewicht gering en dat is nodig om te kunnen vliegen. Bij kiwi’s zijn de botten gevuld met merg. Ook hebben ze buitengewoon sterk ontwikkelde pootspieren. Met die krachtige poten, die wel een derde van het totale gewicht kunnen zijn, rennen ze harder dan mensen.1 Ook kunnen ze er holen mee graven en zichzelf verdedigen door harde trappen uit te delen.

Hun grote tenen – aan elke poot vier – hebben vlezige zooltjes. Hierdoor kunnen ze stil over de bodem en afgevallen bladeren lopen als ze op zoek gaan naar eten.12 De tenen zijn voorzien van sterke nagels die ze voor het graven van hun holen gebruiken.

Kiwi zintuigen

Afwijkend van wat je bij alle andere nachtvogels ziet die zich in het donker moeten oriënteren (en in tegenstelling tot wat je vanuit de evolutietheorie zou verwachten15) zijn de ogen van kiwi’s maar klein. De oogzenuw en het gedeelte van de hersenen waarin visuele informatie wordt verwerkt, zijn veel kleiner dan bij de meeste vogels. De oogkassen worden niet gescheiden door een enkele wand, zoals bij de meeste vogels, maar door grote neusholtes, zoals je bij zoogdieren ziet.1

wikimedia.orgkiwi-dissected
Figuur 2. Gedissecteerd kiwi.

Het reukvermogen van de kiwi is extreem goed ontwikkeld. Het reukcentrum in hun hersenen is, relatief gezien, het op een na grootste van alle vogels.16 Kiwi’s hebben tot zes maal meer reukzintuig-genen (olfactorische receptor-genen) dan welke andere vogelsoort.17 Die genen regelen de zintuigneuronen in de geur registrerende weefsels. Men denkt dat de hoeveelheid van deze genen bepalend is voor het aantal verschillende geuren dat een dier kan herkennen. Zoogdieren die vooral van hun reuk afhankelijk zijn, hebben ook een groter aantal reukzintuiggenen dan visueel ingestelde soorten. Kiwi’s gebruiken vooral hun geurzin voor de opsporing van voedsel. Hun luide nachtelijke gesnuif klinkt alsof ze hun neus snuiten.16

Kiwi’s zijn de enige vogels waarbij de neusgaten niet dicht bij hun schedel zitten, maar aan de punt van de lange, gekromde snavel.8,16 Dat snavelgedeelte heeft bovendien speciale zenuweinden waarmee de kiwi trillingen kan waarnemen. Ook die helpen bij het vinden van hapjes.8,16

De bovensnavel is een stukje groter dan de ondersnavel. Kiwi’s gebruiken hun bek om te tasten en te ruiken (sonderen) en als hefboomwerktuig bij het vangen van prooien. Als ze luid snuivend rondlopen tikken ze met hun snavel op de grond, prikken daarin en steken hun snavel tussen dode bladeren.16 Bij het zoeken naar voedsel maken ze soms komische kopstandjes, waarbij ze met de poten in de lucht trappelen om de bek maar dieper de grond in te krijgen. Met op- en neergaande bewegingen vergroot de kiwi de opening in de grond. Als hij eenmaal een worm te pakken heeft, gaat hij heel voorzichtig verder om er maar voor te zorgen dat de worm niet in tweeën breekt. De kiwi doet dat soms langzaam trekkend, dan weer wachtend tot de worm zich niet meer goed vastzet in zijn tunnel, waarna de kiwi snel een rukje geeft.16

Ook in tegenstelling tot andere vogels hebben kiwi’s katachtige snorharen bij de basis van hun snavel. Die zouden hen helpen om in het donker te kunnen navigeren.2 In tegenstelling tot de meeste vogels zijn bij kiwi’s de uitwendige gehooropeningen duidelijk zichtbaar.1,2

Uitgerust met al deze eigenschappen kan de kiwi op reuk en tast vertrouwen, meer dan op zijn gezichtsvermogen. Daarmee lijken ze meer op nachtactieve bodem bewonende zoogdieren dan op andere nachtvogels, zoals uilen.2,4

Loopvogels op een eiland: hoe komen ze daar?18

 Nieuw-Zeeland ligt in het zuidelijke deel van de Grote Oceaan, ten oosten van Australië. Door de geïsoleerde ligging heeft er zich een unieke flora en fauna kunnen ontwikkelen die zo bijzonder is dat het eiland wel een ‘biologische ark’19 wordt genoemd. Nieuw-Zeeland herbergt het grootste aantal endemische soorten planten en dieren ter wereld; dat zijn soorten die slechts in één beperkt gebied voorkomen. De kiwi is er daar eentje van.

Er zijn drie evolutionistische theorieën die moeten verklaren hoe de niet-vliegende kiwi Nieuw-Zeeland zou hebben bereikt:

De oude voorouder-theorie, die zegt dat de kiwi al aanwezig was voordat 60 miljoen jaar geleden Nieuw-Zeeland losbrak van Australië en Antarctica.20

De wandel-theorie, die zegt dat gedurende een periode van 50 miljoen jaar er een aantal eilanden is geweest in de Tasmanzee (tussen Australië, Nieuw Caledonië en Nieuw-Zeeland) dat omhoog gekomen en weer weggezonken is. Deze eilanden vormden zodoende ‘tussenstapjes’ voor de kiwi om op Nieuw-Zeeland te komen.19 [Deze serie van eilanden moet dan precies op het juiste moment en op de juiste afstand beschikbaar zijn geweest om de niet-vliegende kiwi van de een naar de ander te kunnen laten hoppen.]

De vliegende kiwi voorouder-theorie, die zegt dat de voorouders van de kiwi konden vliegen, maar dat ze die eigenschap kwijtraakten nadat ze in Nieuw-Zeeland aankwamen.19 [Deze voorouders moeten dan al de kenmerken ontwikkeld hebben die nodig zijn om te kunnen vliegen. Je kunt daarbij denken aan borstbeenkam, vleugels, gevlagde veren, staart, stuitklier, holle botten et cetera. Daarna hebben ze al die kenmerken weer verloren om de kiwi te zijn je tegenwoordig in Nieuw-Zeeland ziet. Dit is een onrealistische veronderstelling, zelfs als je uitgaat van het meest ruime evolutionaire tijdschema.]

wikimedia.orgkiwi-feathers
Figuur 3. Haarachtige kiwi veren

Een creationistisch perspectief kan zijn dat de kiwi – en misschien ook de andere loopvogels – geschapen zijn als aparte ‘typen’, die perfect ontworpen zijn voor hun leefgebied en het leven op de grond. Twee van hun voorouders zouden op de ark van Noach zijn geweest. Maar als je daarvan uitgaat, hoe gingen die kiwi’s dan van de landingsplaats van de ark naar Nieuw-Zeeland?

Er zijn sterke aanwijzingen dat er voor de vloed grote drijvende ecosystemen waren; bossen, bestaande uit wolfsklauwachtigen (lycopoden). Hier kon een breed scala van soorten leven. Zulke drijvende ecosystemen zijn mogelijk terechtgekomen in de verschillende steenkoollagen die verspreid over de wereld worden aangetroffen.21

Vóór de vloed zouden die drijvende ecosystemen bij de polen hebben gelegen. Toen waren er nog geen ijskappen en was er over de hele aarde een gematigd klimaat. Nabij de polen was er wel minder zonlicht dan bij de evenaar. Ook was de zonintensiteit geringer dan bij de evenaar, en dat leverde geschikte omstandigheden op voor zowel de lycopodenbossen als de kiwi’s.

Gedurende de wereldwijde vloed kunnen die drijvende ecosystemen uiteengeslagen zijn door de enorme krachten van overstromingen en vloedgolven. Delen van die drijvende bossen kunnen met de waterstromen over de aarde zijn gegaan.

Zo zouden de voorouders van de kiwi kunnen zijn meegedreven en naar Nieuw-Zeeland zijn gebracht. Daar konden zij een paar duizend jaar als grond bewonende vogels in een roofdiervrije omgeving leven.

Toen na de vloed het klimaat extremer werd en het zoutgehalte van de oceanen toenam (als gevolg van vulkanisme, tijdens en na de vloed), stierven de drijvende ecosystemen uit. Zo hebben ze wellicht bijgedragen aan de huidige steenkoolreserves aan de westkust van Nieuw-Zeeland.

Conclusion

In de huidige evolutionistische benadering is er geen overeenstemming over de vraag of kiwi’s vroeger hebben kunnen vliegen en die vaardigheid hebben verloren, of dat ze die vaardigheid nooit hebben ontwikkeld. Het opvallend grote aantal overeenkomsten tussen kiwi’s en zoogdieren wordt uitgelegd als een bewijs van ‘convergente, parallelle evolutie’; dat kun je ook omschrijven als een ‘eenmalig evolutionair ontwerp’ bij de vogels. Maar, evolutie volgens ontwerp is een tegenstrijdigheid. De unieke combinatie bij kiwi’s van uiterlijke, fysiologische, genetische en gedragskenmerken lijken er sterk op te wijzen dat ze nooit hebben kunnen vliegen en dat het unieke scala van zoogdierachtige kenmerken nooit is geëvolueerd. Een veel eenvoudigere en logischere conclusie is dat kiwi’s speciaal en gericht zijn ontworpen met alle genetische informatie die ze nodig hebben om hun speciale plekje in de ecologie van Nieuw-Zeeland in te nemen.

Referenties en notities

  1. Honarary mammals, kiwisforkiwi.org/about-kiwi/kiwi-facts-characteristics/honorary-mammals. Terug naar de tekst.
  2. Story: Kiwi Page 1—A remarkable bird, teara.govt.nz/en/kiwi/page-1. Terug naar de tekst.
  3. Holzapfel, S.A., Robertson, H.A., McLennan, J.A., Sporle, W., Hackwell, K. and Impey, M., Kiwi (Apteryx spp.) recovery plan 2008–2018, Threatened Species Recovery Plan 60, p. 10, doc.govt.nz/upload/documents/science-and-technical/tsrp60.pdf. Terug naar de tekst.
  4. Kiwi facts & characteristics, kiwisforkiwi.org/about-kiwi/kiwi-facts-characteristics. Terug naar de tekst.
  5. Sarfati, J., Refuting Evolution, Creation Book Publishers, p. 64, 2012. Terug naar de tekst.
  6. Yirka, B., DNA of kiwi cloaks reveals history of Maori feather trade, physorg.com/news/2011-05-dna-kiwi-cloaks-reveals-history.html, 25 May 2011. Terug naar de tekst.
  7. Feathers like hair, kiwisforkiwi.org/about-kiwi/kiwi-facts-characteristics/feathers-like-hair. Terug naar de tekst.
  8. Holzapfel et. al., ref. 3, p. 10. Terug naar de tekst.
  9. Preen gland, britannica.com/EBchecked/topic/474593/preen-gland. Terug naar de tekst.
  10. Seabird Osteology, Breastbone or sternum, shearwater.nl/index.php?file=kop125.php. Terug naar de tekst.
  11. Ratis means ‘raft’ in Latin; a boat without a keel. Terug naar de tekst.
  12. Kiwi are ratites, kiwisforkiwi.org/about-kiwi/kiwi-facts-characteristics/kiwi-are-ratites. Terug naar de tekst.
  13. Cosner, L. and Sarfati, J., The birds of the Galápagos, Creation 31(3):28–31, June 2009; creation.com/galapagos-birds. Also see Flightless cormorant, people.rit.edu, October 2008. Terug naar de tekst.
  14. Lowe, P.R., VII.-A Description of Atlantisia rogersi, the Diminutive and Flightless Rail of Inaccessible Island (Southern Atlantic), with some Notes on Flightless Rails, Ibis 70(1):99–131, 1928. Terug naar de tekst.
  15. Martin, G.R., Wilson, K.-J., Wild, J.M., Parsons, S., Kubke, M.F. and Corfield, J., Kiwi Forego Vision in the Guidance of Their Nocturnal Activities, plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0000198. Terug naar de tekst.
  16. An unusual beak, kiwisforkiwi.org/about-kiwi/kiwi-facts-characteristics/an-unusual-beak. Terug naar de tekst.
  17. Birds have a good sense of smell, ScienceDaily, 16 July 2008, sciencedaily.com/releases/2008/07/080716111421.htm. Terug naar de tekst.
  18. Editors note: for an alternative view see: Of moas and men, Creation 33(1):12–14, January 2011; creation.com/moas. Terug naar de tekst.
  19. Kiwi and Birdlife — at Ara Roa, araroa.nz/activities/wildlife. Terug naar de tekst.
  20. How kiwi came here, kiwisforkiwi.org/about-kiwi/kiwi-facts-characteristics/how-kiwi-came-here. Terug naar de tekst.
  21. Scheven, J., The Carboniferous floating forest—an extinct pre-Flood ecosystem, Journal of Creation 10(1):70–81, April 1996; creation.com/floating-forest. Terug naar de tekst.