Explore
Also Available in:

Het dateringsspel

By
Vertaald door Gertim Alberda

Photo by Carol DrewLake Mungo
Het Mungomeer (Lake Mungo)
James Maurice Bowler
Opgraving van de restanten van ‘Mungo Man’ in 1974 in het Mungomeer, 1000 km ten westen van Sydney, in Australië. In februari 2003 kondigden wetenschappers aan dat een nieuwe reeks testen aantoont dat ‘Mungo Man’ 40.000 jaar geleden stierf en niet 62.000 jaar geleden, zoals andere wetenschappers, op grond van andere verschillende dateringstoetsen, hadden geclaimd. Beide dateringen zijn in tegenspraak met de eerdere koolstofdateringsresultaten, toegepast op de oude overblijfselen.

In west Nieuw-Zuid-Wales, in Australië, staat een deel van het woestijnachtig land op de werelderfgoedlijst.1 Dit lijkt merkwaardig, omdat het zo’n onherbergzaam gebied is, maar er is een goede reden voor. Evolutionisten geloven dat de locatie een uitzonderlijk goed voorbeeld geeft van de belangrijkste stadia in de evolutie van de mens.

Het gaat hier allemaal om de ontdekking van menselijke overblijfselen in de zandduinen, die zich rond ‘Mungomeer’ bevinden, wat nu een droog, vlak stuk land is, slechts dun begroeid met zoutbestendige struiken en grassen.

De eerste grote vondst, in 1969, van verwrongen en verbrande skelet-resten, werd geduid als afkomstig van een vrouw genaamd ‘Mungomeer 1’, of sympathieker: ‘Mungo Vrouw’.2, 3 Wat de vondst zo belangwekkend maakte, was de toegekende leeftijd. Koolstofdatering (zie Dateringsmethoden) toegepast op beenapatiet (het harde gedeelte van beendermateriaal), leverde een leeftijd op van 19.000 jaar en toegepast op collageen (het zachte beenweefsel) een leeftijd van 24.700 jaar.3 Hiervan raakten de archeologen opgewonden, omdat die datering hun vondst tot het oudste menselijke graf in Australië maakte.

Koolstofdatering op nabijgelegen houtskool leverde echter een leeftijd van 26.500 jaar op. Dit maakte duidelijk dat het skelet, dat iets lager dan de houtskool begraven lag, ouder geweest moest zijn. Het wekt dan ook geen verbazing dat de oudere houtskoollaag werd beschouwd als de meest betrouwbare schatting3 en dit bezorgde ‘Mungo Vrouw’ in één klap nationale- en internationale faam. Jane Balme, van het Centrum voor Archeologie aan de Universiteit van West-Australië, stelt het kort en bondig: ‘De algehele indruk is dat er een competitie gaande is om de oudst mogelijke datering te krijgen en dat daar eer mee te behalen valt’.4

Er viel zeker eer te behalen waar het om deze datering gaat. Met 26.000 jaar was deze Mungo Vrouw namelijk bijna twee keer zo oud als de voorgaande oudste datering gerelateerd aan de vestiging van Aboriginals in Australië, en mogelijk de eerste menselijke crematie ter wereld.

12878-Mungomeer

In 1974 vonden Bowler en Thorne een skelet bestrooid met rood okerpoeder in een graf op slechts 450 meter afstand.5 Het was goed bewaard gebleven en leek op de skeletten van moderne Aboriginals. Omdat het nieuwe skelet, Mungomeer 3, werd gevonden in hetzelfde zandbed (technisch gezien dezelfde stratigrafische horizon), kreeg 'hij' dezelfde leeftijd als Mungo Vrouw. Zo werd Mungo Man ook beroemd, als een van 's werelds eerste ritueel begravenen (hoewel het geslacht van het individu nog steeds ter discussie staat6).

De situatie werd nog spannender toen een andere dateringsmethode, thermoluminescentie, zie Dateringsmethoden) werd gebruikt. In 1998 rapporteerde Bowler, dat zand van de Mungo 3 locatie een leeftijd aangaf van 42.000 jaar.5,7 Omdat dit ouder was dan de koolstofdateringen, verkreeg Mungo Man een nieuwe status op het evolutionaire wereldtoneel. Daardoor gaf men de ‘betrouwbaarder’ geachte koolstofdatering op, ten gunste van de leeftijden die waren verkregen via de thermoluminescentietechnieken.

Evolutie en de eerste Australiërs1

Darwin beschouwde de Australische Aboriginals als primitieven, niet ver geëvolueerd van de ‘mensapen’. Hij verwachtte dat de ‘wildere rassen’ uit zouden sterven, omdat zij door de ‘strijd om de sterkste’ wel vervangen zouden worden door de evolutionair geavanceerdere ‘beschaafde rassen’. Een evolutionaire kijk op de menselijke oorsprong ligt ten grondslag aan het besluit om ‘Mungomeer’ een notering te geven op de Werelderfgoedlijst. Een dergelijke opvatting was niet goed voor de eerste Australiërs. Veel wreedheden werden begaan tegen de Aboriginal- gemeenschappen op basis van dit evolutionaire geloof.

Het is ongelofelijk, maar in de jaren 1800 was het niet ongebruikelijk dat er op Aboriginal-mensen werd gejaagd en geschoten voor wetenschappelijk onderzoek. Hun stoffelijke overschotten werden naar Europa gestuurd om ten toon gesteld te worden in musea, om evolutie te illustreren. Pas sinds kort worden deze resten weer teruggestuurd naar hun gemeenschappen.4

Echter, de Bijbel geeft onze ware menselijke geschiedenis weer. De eerste Aboriginals, die zich vestigden in Australië, waren afstammelingen van mensen die net zo intelligent en inventief waren als iedere andere cultuur in die tijd. Net als iedereen, stamden zij af van Noach, die de ark bouwde en beheerde, en van een volk dat een geavanceerde beschaving ontwikkelde in het gebied rondom de Toren van Babel.5

De Aboriginals van Australië verloren een deel van hun technische kennis – dat kan gebeuren in een generatie wanneer de ouders het niet doorgeven aan hun kinderen. (Misschien had het te maken met de isolatie en de druk om het verslechterende klimaat het hoofd te bieden, toen het continent uitdroogde, na de IJstijd.) Zij zijn, net als alle andere mensen, gemaakt ‘naar het beeld van God’ (Genesis 1:26).

Verwijzingen en voetnoten

  1. Voor meer informatie, zie One Human Family.
  2. Darwin, C., The Descent of Man and Selection in Relation to Sex, 2nd ed., John Murray, London, p. 188, 1887.
  3. Wieland, C., Darwin’s bodysnatchers: new horrors, Creation 14(2):16–18, 1992.
  4. Aboriginal remains returned to Coorong tribe, ABC Canberra News, abc.net.au, 5 May 2003.
  5. Voor meer informatie, zie: McKeever, S. and Sarfati, J., Was Adam from Australia? The mystery of Mungo Man, 17 January 2001, updated 20 February 2003.

Vervolgens, in 1999, publiceerde Thorne, (die hier niet voor wilde onderdoen) en andere wetenschappers van de Australische Nationale Universiteit, een nieuwe uitgebreide studie over de leeftijd van Mungo Man. Ze gebruikten verschillende monsters van beenderen en zand en verschillende dateringsmethoden – Elektronspinresonantie (ESR), optisch gestimuleerde Luminescentie (OSL), Thorium-uranium (Th/U) en Protactinium-uranium (Pa/U). (Laat je niet afschrikken door de indrukwekkende namen. Zie Dateringsmethoden.) En de resultaten van al deze verschillende methoden kwamen grotendeels overeen. Hun conclusie? Mango Man was 62.000 jaar oud! Bowler en Magee beschreven dit oprekken met 20.000 jaar als ‘prijzenswaardige opzettelijkheid’.8

Er was echter een klein probleem. De nieuwe datum betekende dat de geschiedenis van de Australische bevolking zou moeten worden herschreven, hetgeen ook de ideeën over menselijke evolutie in andere delen van de wereld beïnvloedde. En Australische archeologen waren nog steeds verlegen met het fiasco van de stenen schuilplaats te Jinmium, waar een geclaimde leeftijd van 116.000 jaar later werd teruggebracht tot 5.000 jaar.9

Dus weigerde Bowler hardnekkig de nieuwe data te accepteren. In zijn protest tegen de ‘Journal of Human Evolution’, zei hij: ‘Om succesvol te kunnen zijn, moeten deze complexe, op laboratoriumonderzoek gebaseerde gegevens, overeenkomen met extern bewijs verkregen via veldonderzoek.8 Met andere woorden, je kunt niet zomaar een laboratoriumdatering accepteren. Het heeft niet het laatste woord als het gaat over de leeftijd van iets. Je accepteert alleen die leeftijd, die in overeenstemming is met wat je al denkt dat die zou moeten zijn.

En dat is wat wij de hele tijd al hebben gezegd.10 Daarom accepteren we ook geen enkele leeftijd die in tegenspraak is met het ooggetuigenverslag van de menselijke geschiedenis, zoals die is opgetekend in de Bijbel. Zulke, elkaar tegensprekende leeftijden, kunnen niet juist zijn.

Kort samengevat, de leeftijden kloppen niet, omdat ze gebaseerd zijn op verkeerde aannames. De Koolstofdateringsmethode houdt bijvoorbeeld geen rekening met de verstoring van de koolstofbalans tijdens de zondvloed, zo’n 4500 jaar geleden.11 De Uranium-methoden gaan niet uit van de juiste aannames met betrekking tot de initiële toestand van de monsters, of de veranderende omgevingsomstandigheden door de tijd. De Luminecentiedateringen hebben dezelfde problemen.

Dus, wie zijn ‘Mungo Man’ en ‘Mungo Vrouw’? Net zoals wij, stammen ze af van Noach en zijn ze familie. (Genesis 10) Na de zondvloed en na de Babylonische spraakverwarring (Genesis 11), migreerden hun voorouders naar Australië. Toen de populatie in omvang toenam, verspreidden zij zich over het continent. Gedurende de IJstijd, toen de hoeveelheid neerslag hoger was, zou ‘Mungomeer’ heel goed een weelderig omgeving kunnen zijn geweest om in te wonen, een gebied dat wemelde van de wilde dieren.

Dateringsmethoden1

  • Koolstofdatering (C14-datering) wordt vastgesteld aan de hand van de gemeten verhouding Koolstof-14 tot normale Koolstof-12 (14C/12C). Dit wordt toegepast op proefmonsters van ooit levend materiaal, zoals hout of beenderen, waarbij de gemeten 14C/12C verhouding vergeleken wordt met de verhouding zoals die gevonden wordt in huidig levend materiaal. De leeftijd wordt berekend door aan te nemen dat de verandering in 14C in het proefmonster geheel te wijten is aan radioactief verval. Ook wordt ervan uit gegaan dat koolstof op aarde in evenwicht is geweest over een tijdsbestek van honderdduizenden jaren.
    Verkeerde leeftijden worden meestal veroorzaakt door een foutieve ratio 14C/12C als beginwaarde aan te nemen, waarbij sprake is van vervuiling of lekken. Monsters van voor de zondvloed, of van de vroege periode na de vloed, laten leeftijden zien die tien- of duizenden jaren te oud zijn. Dat heeft er mee te maken dat de zondvloed veel planten en dieren, die rijk waren aan 12C, ineens begroef. Dit zou een lagere 14C/12C ratio opleveren, die vervolgens foutief geïnterpreteerd wordt als ‘hoge leeftijd’.
  • Thermoluminescentiedatering (TL) wordt bepaald op individuele deeltjes van gangbare mineralen, zoals kwarts. Wanneer zulke deeltjes verhit worden, dan zenden zij licht uit, en dit wordt in verband gebracht met de straling die is opgeslagen in hun kristalstructuur. Aangenomen wordt dat de straling langzaam geabsorbeerd werd uit de omgeving, op een bepaald moment in het verleden, en werd opgebouwd vanaf nul (misschien toen het deeltje voor het laatst aan zonlicht was blootgesteld). Een leeftijd wordt berekend door het licht te meten dat door het mineraaldeeltje tijdens de verhitting wordt uitgestraald en vervolgens de straling te meten in de omgeving waarin het mineraaldeeltje gevonden werd.
    Helaas zijn er veel dingen die we niet weten en moet er veel aangenomen worden, inclusief de hoeveelheid straling die op een bepaald moment in het verleden werd opgeslagen in het mineraal, om te kunnen stellen dat de gevoeligheid voor uitstraling, van het kristal, niet veranderd is. Al deze factoren kunnen echter beïnvloed zijn door water, hitte, zonlicht, de optelsom van het lekken van mineralen naar de omgeving en veel meer oorzaken.
  • Optisch gestimuleerde Luminescentie (OSL) wordt gebaseerd op precies dezelfde principes als TL. Maar in plaats van verhitting van het mineraaldeeltje, wordt het blootgesteld aan licht om zijn ‘opgeslagen’ straling uit te zenden. De gecalculeerde leeftijd is gebaseerd op dezelfde aannames en wordt beïnvloed door dezelfde onzekerheden als TL.
  • Elektronspinresonantiedatering (ESR) wordt gebaseerd op dezelfde principes als TL en OSL. Echter, de opgeslagen straling in het monster wordt gemeten door het bloot te stellen aan gammastraling en vervolgens de uitgezonden straling te meten. De meettechniek vernietigt de ‘opgeslagen straling’ niet (zoals TL en OSL dat wel doen), waardoor de meting herhaald kan worden op hetzelfde monster. De berekende leeftijd is gebaseerd op dezelfde aannames en wordt beïnvloed door dezelfde onzekerheden zoals TL en OSL.
  • Uranium-thoriumdatering (U/Th) wordt gebaseerd op het meten van isotopen van uranium en thorium in het monster. Het is bekend dat uranium-238 radioactief vervalt tot thorium-230 (door een serie van stappen, inclusief die (stap) waarbij uranium-234 gevormd wordt). Bij de dateringsberekening wordt verondersteld dat de uranium en thorium in de monsters aan elkaar gerelateerd zijn door radioactief verval. Bovendien, alvorens een leeftijd berekend kan worden, moeten tevens de beginratio’s 234U/238U en 230Th/238U aangenomen worden en ook wordt verondersteld dat er geen toename of afname van uranium of thorium heeft plaatsgevonden vanuit of naar de omgeving – d.w.z. dat het een ‘gesloten’ systeem betreft. Echter, de beenderen en de grond waarin ze gevonden zijn, moeten ‘open’ hebben gestaan om deze elementen binnen te laten en te laten accumuleren.
  • Uranium-protactiniumdatering (U/Pa) wordt gebaseerd op vergelijkbare principes als U/Th datering, maar gebruiken in plaats daarvan uranium-235 en protactinium-231. De isotoop 235U vervalt radioactief om vervolgens 231Pa te vormen. Ook hier wordt aangenomen dat de isotopen in het monster aan elkaar gerelateerd zijn door radioactief verval. Ook moet de initiële ratio 235U/231Pa worden aangenomen en er wordt aangenomen dat er geen toename of afname van uranium of protactanium is geweest naar of vanuit de omgeving – d.w.z. dat het systeem ‘gesloten’ is. Ook hier moet ieder botmonster dat uranium bevatte al bij voorbaat open gestaan hebben om het te kunnen laten accumuleren.

Verwijzing

  1. Details over dateringsmethoden kan men vinden in bronnen als: Smart, P.L. and Frances, P.D. (Eds.), Quaternary Dating Methods—A User’s Guide, Quaternary Research Association, Technical Guide No. 4, Cambridge, 1991, or Faure, G., Principles of Isotope Geology, 2nd edition, John Wiley & Sons, New York, USA, 1986.

Voetnoten

  1. Willandra Lakes Region: inscribed 1981, ea.gov.au, 4 August 2003. Terug naar de tekst.
  2. Fannin, P., Mungo jumbo, The Age, p. 5, Saturday, 13 January 2001. Terug naar de tekst.
  3. Brown, P., Lake Mungo 1, une.edu.au, 21 February 2003. Terug naar de tekst.
  4. In the beginning, The Bulletin, pp. 26–33, 24 June 2003. Terug naar de tekst.
  5. Thorne, A., et al., Australia’s oldest human remains: age of the Lake Mungo 3 skeleton, J. Hum. Evol. 36:591–612, 1999. Terug naar de tekst.
  6. Brown, P., Australian Pleistocene variation and the sex of Lake Mungo 3, J. Hum. Evol. 38:743–749, 1999. Terug naar de tekst.
  7. Bowler, J.M., et al., New ages for human occupation and climatic change at Lake Mungo, Australia, Nature 42(6925):837–840, 2003. Terug naar de tekst.
  8. Bowler, J.M. and Magee, J.W., Redating Australia’s oldest human remains: a sceptic’s view, J. Hum. Evol. 38:719–726, 2000. Terug naar de tekst.
  9. Brown, P., The first Australians: the debate continues, Australasian Science 21(4):28–31, 2000. Terug naar de tekst.
  10. Walker, T., The way it really is: little known facts about radiometric dating, Creation 24(4):20–23, 2002. Terug naar de tekst.
  11. Batten, D. (Ed.), The Creation Answers Book, Creation Ministries International, Brisbane, Australia, Chapter 4, 2006. Terug naar de tekst.